De toekomst van de onafhankelijke journalistiek… en wie gaat dat betalen?

Journalisten werken vandaag harder dan ooit om de razendsnelle informatiestroom bij zien te houden. Toch blijkt uit een onderzoek van de Erasmus Hogeschool Brussel dat mensen steeds minder bereid zijn om te betalen voor onafhankelijke journalistiek. En alsof de situatie nog niet zorgwekkend genoeg was, doet de coronapandemie daar nog een schepje bovenop. Duizenden adverteerders trokken zich vorig jaar terug uit de wereld van de journalistiek en boden zich aan bij Facebook en Google om zich zo te redden tegen het anders onontkoombare faillissement. Maar wat als de journalistiek failliet gaat?

De wortels van het probleem

De enorm snelle technologische verandering en het monopolie van tech-giganten is al jaren de oorzaak van een heuse hoeveelheid kopzorgen bij de onafhankelijke journalistiek. Een week geleden daagden nog 200 Amerikaanse kranten Google en Facebook voor de rechter wegens monopoliegedrag. De technologiereuzen zijn absolute heersers over de advertentiemarkt en doen zo duizenden nieuwsoutlets financieel de das om. Maar het probleem is lang niet alleen aan Google en Facebook te wijten. Zo kiest de bevolking steeds vaker voor het consumeren van media en nieuws via digitale platformen. De gedrukte pers is er langzaam maar zeker aan het uitgaan door de digitalisering van de media en zelfs het tv-journaal staat tegenwoordig enorm onder druk. Uit het meest recente PISA-onderzoek blijkt dat de geletterdheid bij de jeugd snel achteruitgaat, met bijna 20% van de 15-jarigen die niet langer het basisniveau leesvaardigheid halen. Toch lezen we vandaag meer dan ooit. Vroeger werd er door de gemiddelde Belg één of twee keer per dag gelezen: ’s middags werd de krant opengeslagen, ’s avonds werd soms nog in een boek gelezen en heel af en toe kreeg men brieven toegestuurd. Vandaag is alles in tekstformaat, van sms-berichten en e-mails tot Tweets en internetpagina’s. En het is altijd en overal beschikbaar in slechts enkele ‘clicks’ of ‘swipes’. Hoewel er zo veel ‘gelezen’ wordt, is het merendeel van de teksten in kwestie erg simplistisch, kort en oppervlakkig opgesteld. Een diepgaand artikel lezen over de toekomst van journalistieke inkomstmodellen is nog een heel ander paar mouwen dan een blik werpen op een WhatsApp-berichtje in de ‘Buurtgroep’.

Hoe we het ook draaien of keren: de verspreiding van nieuws zal drastisch moeten veranderen tussen nu en 2031 om burgers te blijven boeien en zo het voortbestaan van betrouwbare en kwaliteitsvolle journalistiek te garanderen. De bereidheid bij het volk om te betalen voor nieuwsdiensten is lager dan ooit. Dat komt voor een groot stuk door de opkomst van het internet en sociale media waarop alle info immers ‘gratis’ te verkrijgen is (gratis tussen aanhalingstekens omdat de gebruiker uiteindelijk betaalt met zijn persoonlijke gegevens). En als dat nog niet erg genoeg was, heerst er ook nog eens een algemeen verlaagd vertrouwen in nieuwsdiensten en de overheid bij de bevolking in Vlaanderen.

“Als je dat wantrouwen hebt in de klassieke media zijn mensen minder geneigd om te betalen voor nieuws. (…) Dat zet op termijn uw businessmodel onder druk. Met als gevolg: hoe minder geld je hebt om een goede journalist te betalen, hoe minder de kwaliteit van berichtgeving zal zijn en hoe minder de mensen geneigd zullen zijn om ervoor te betalen. Zo kom je heel snel in een negatieve spiraal terecht.”

Citaat uit het onderzoek ‘Journalistiek in Vlaanderen anno 2031: waar stevenen we op af?‘ door Ria Goris, onderzoeker journalistiek aan de Erasmus Hogeschool in Brussel.

In landen als Groot-Brittannië hebben ze nog even tijd om zich op de (hopelijk) journalistieke revolutie voor te bereiden, maar in België staat de klok intussen op vijf voor twaalf. Dat komt omdat een online krant als The Guardian niet alleen in eigen land een publiek heeft, maar lezers van over de hele wereld aantrekt. Engeland heeft immers nog steeds een heel erg belangrijke positie in de wereldpolitiek. Er is dus wereldwijd veel meer belangstelling voor Brits nieuws dan voor bijvoorbeeld nieuws uit België. Ook zijn alle Guardian artikels in het Engels geschreven, een taal die een groot deel van de wereldbevolking goed beheerst.

En ik kan nog wel even doorgaan…

Zoals jullie lezen, zijn er enorm veel aspecten die een rol spelen in de problematiek van de dalende inkomsten voor kranten en mediahuizen in België. Het vinden van één enkele eenduidige en effectieve oplossing zal dan ook zo goed als onmogelijk zijn. Toch is de strijd nog niet verloren en zijn er genoeg mogelijke financiële hulpmiddelen die kunnen helpen de onafhankelijke journalistiek te redden.

De redding is nabij! …of niet?

Dat het een hele klus gaat worden om in de nabije toekomst een stabiel en rendabel inkomstenmodel te creëren voor de journalistiek is duidelijk. Maar ik hou vast aan sprankeltje hoop en geloof dat de journalistiek in de toekomst zijn plaats zal weten te vinden in het digitale commerciële medialandschap. Over het algemeen wordt er als primaire oplossing twee soorten mogelijke inkomstenmodellen naar voren geschoven: aan de ene kant het marktmodel en aan de andere kant het publieke-sfeermodel.

Uit ‘Verdienmodellen voor de Journalistiek’ door Y. Roerdink

Het marktmodel is een systeem waarin vooral adverteerders voor de inkomsten zorgen. In vergelijking met het huidige inkomstenmodel van kranten en nieuwsoutlets (dat vaak een combinatie is van verschillende geldstromen) zullen nieuwsdiensten veel meer geld in het laatje krijgen als ze voornamelijk deals sluiten met grote adverteerders. Aan een kant zou je dan ook kunnen zeggen dat er heel veel voordelen aan verbonden zijn: nieuwsmakers hebben een groter budget om hoogwaardige content mee te creëren en lezers krijgen relevante en gepersonaliseerde reclames en advertenties voorgeschoteld. Maar zo rooskleurig zal het in werkelijkheid niet zijn: er is een keerzijde (natuurlijk). Journalisten zullen zo bijvoorbeeld veel vaker met gesponsorde artikels en product placement te maken krijgen. Ook hebben bedrijven politieke interesses voor economisch interessante doeleinden. Als bedrijven een absolute macht over nieuws- en mediahuizen krijgen door de financiële afhankelijkheid van die laatste, gaat het maatschappelijk kerndoel van de journalistiek uiteindelijk verloren: het zo neutraal en objectief mogelijk doorgeven van feiten die van algemeen belang zijn. Ten slotte bestaat er een grote kans dat het gevoel van wantrouwen tegenover nieuwsdiensten dat groeit onder de bevolking op die manier alleen maar bevestigd zal worden. Persoonlijke internetgegevens van sitebezoekers zullen met behulp van cookies door Real Time Bidding aan bedrijven verkocht worden, zodat zij relevante advertenties kunnen plaatsen. Er bestaan nu al verhitte discussies over de legaliteit van internetcookies. Op het eerste gezicht lijkt er niets aan de hand te zijn, maar in realiteit weten veel mensen niet wat ze ‘toestaan’ op sites. Vaak zijn internetgebruikers er ook helemaal niet van op de hoogte dat er überhaupt een mogelijkheid is om te weigeren, net omdat deze optie meestal erg moeilijk te vinden is in het cookie-menu. Wanneer sites het opzettelijk lastig maken om cookies te weigeren of de ‘weiger’-knop verstoppen, begint het al snel op een vorm van manipulatie te lijken. De manier waarop het toestemmingsmenu van cookies is opgebouwd is dan ook erg bedenkelijk.

Is het gras dan groener aan de kant van het publieke-sfeermodel? Op het eerste gezicht wel: de journalistiek kan zijn redactionele onafhankelijkheid bewaren en lezers en kijkers blijven in de eerste plaats burger in plaats van consument. Het publieke-sfeermodel zou ook wel eens een heel belangrijke speler kunnen worden bij het in stand houden van de democratie door zijn publieke rol in functie van het maatschappelijk belang. Jammer genoeg is dit model een veel minder kant-en-klare oplossing dan het marktmodel. De inkomsten zullen voor het grootste deel van de burgers moeten komen dus zal er moeten gewerkt worden aan het herstellen en verstevigen van de relatie tussen het volk en de media. En dat is nu net waar de risico’s zich schuilhouden. Een van de meest voor de hand liggende manieren om nieuws in een modern en aantrekkelijk jasje te steken is door de algoritmes van sociale media na te bootsen met het ‘nieuws op maat’ concept. Een lezer krijgt dan bijvoorbeeld op een nieuwssite enkel die artikels te zien die hem interesseren. Op dat moment loopt de lezer het risico om in een echokamer terecht te komen, waar zijn eigen overtuigingen alleen maar bevestigd worden. Als je een krant vastneemt, zul je al snel het grote contrast opmerken tussen de traditionele media en bijvoorbeeld nieuws op maat. Traditionele kranten worden niet zomaar lukraak opgesteld. Er wordt door journalisten diep nagedacht over de inhoud van een krant en zij zorgen er dan ook voor dat er in de gedrukte media een kleurrijke waaier aan onderwerpen en opinies aan bod komen. Wanneer je door een krant bladert is het onmogelijk om je minst favoriete columnist te ontwijken of die politicus waar je een hekel aan hebt uit de weg te gaan. Als je daarentegen online de mogelijkheid hebt om je nieuws te personaliseren, zal je alleen nog maar datgene voorgeschoteld krijgen wat je het meest interesseert.

Tenslotte is er nog de overheid die de journalistiek een hand kan toereiken. Zij kan door middel van subsidies en belastingen nieuwsdiensten financieel steunen in de strijd voor hun plaats in het digitale medialandschap. Als de overheid enig belang hecht aan de democratie hebben ze er alle baat bij om te investeren in het orgaan dat mensen aanmoedigt kritisch te blijven. Maar ook dat gaat niet zonder risico’s. Mensen hebben tegenwoordig vrij weinig vertrouwen in de overheid en enige inmenging in de verspreiding van nieuws zou al snel felle kritiek kunnen uitlokken.

Een lichtpuntje in de verte

Uit de studie van de Erasmus Hogeschool Brussel ‘Journalistiek in Vlaanderen anno 2031: waar stevenen we op af?’ blijkt dat de meeste journalisten, ondanks de vele uitdagingen die hen te wachten staan, toch nog hoopvol naar de toekomst kijken. Ze hebben ook niet veel andere keus. Als ze goed kijken zien ze toch nog net de opportuniteiten tussen al de zorgen heen. De ondervraagde journalisten kijken massaal uit naar een nieuwe relatie tussen de nieuwsdiensten en de burgers. Volgens hen zal een gezonde interactie dan ook een van de belangrijkste taken worden van de digitale journalistiek.

“Het interactieaspect speelt ook een enorm belangrijke rol. Dat wij als gatekeeper langs de ene kant de juiste informatie geven en langs de andere kant vragen beantwoorden of laten beantwoorden door experten, dat vind ik heel belangrijk.”

Citaat uit het onderzoek ‘Journalistiek in Vlaanderen anno 2031: waar stevenen we op af?‘ door Ria Goris, onderzoeker journalistiek aan de Erasmus Hogeschool in Brussel.

“De gebruiker centraal zetten, begint meer en meer door te stromen. En ik voel dat er bij (ons medium) meer ruimte voor is. Want uiteindelijk moet je mensen serieus nemen hé.”

Citaat uit het onderzoek ‘Journalistiek in Vlaanderen anno 2031: waar stevenen we op af?‘ door Ria Goris, onderzoeker journalistiek aan de Erasmus Hogeschool in Brussel.

Daarnaast zullen nieuwe vormen van journalistiek, zoals podcasts en datajournalistiek, een belangrijke rol spelen in het op peil houden van de populariteit van nieuwssites.

“Ik vind de ontwikkeling van podcasts heel erg interessant, het is nog een soort wildwestverhaal op dit moment omdat er geen verdienmodel aan zit. Er is nog een heel grote vrijheid, niemand die zich bemoeit met regels, het is echt nog een speeltuin. Het meest spannende eraan is dat er een populaire vorm is gevonden waarbij we een jong publiek – relatief jong publiek voor podcast – met extreem lange content weten te boeien.”

Citaat uit het onderzoek ‘Journalistiek in Vlaanderen anno 2031: waar stevenen we op af?‘ door Ria Goris, onderzoeker journalistiek aan de Erasmus Hogeschool in Brussel.

“Ik vind dat datajournalistiek in België nog niet veel ingang heeft gevonden. Met relatief weinig mensen kan je heel erg fijnmazige informatie overbrengen. Ook door die informatie op een interactieve manier voor te stellen kan je je lezer veel geïnteresseerder bij zijn nekvel pakken.”

Citaat uit het onderzoek ‘Journalistiek in Vlaanderen anno 2031: waar stevenen we op af?‘ door Ria Goris, onderzoeker journalistiek aan de Erasmus Hogeschool in Brussel.

Ook ikzelf zie na mijn opzoekwerk mogelijkheden om in de toekomst een gezond en rendabel inkomstmodel op te bouwen voor de journalistiek. Als ik morgen voor een nieuwsdienst een voorstel zou moeten doen, zou ik gaan voor een combinatie van het publieke-sfeermodel, subsidies van de overheid en eventueel besparingen door middel van fusies binnen het Belgisch medialandschap. Het publieke-sfeermodel zou perfect uitgebouwd kunnen worden aan de hand van online abonnementen en gepersonaliseerd nieuws op voorwaarde dat er naast het nieuws op maat ook artikels met een maatschappelijk belang worden aanbevolen. Daarnaast zouden, zoals de journalisten in het onderzoek van de VUB ook al aangaven, nieuwsdiensten andere soorten media kunnen aanbieden zoals bijvoorbeeld podcasts en datajournalistiek. Een zekere subsidie en investering van de staat zou daarbij zeker niet misplaatst zijn. Tot slot zie ik zelf ook nog groot potentieel in een fusie tussen Franstalige en Nederlandstalige media in België. Niet alleen zou het kunnen zorgen voor een forse daling in kosten en een vermindering van de werkdruk, het zou ook nog eens een grote culturele functie kunnen uitoefenen. De bevolking zou zo hun eigen land beter kunnen leren kennen, en het zou daarbovenop ook nog eens kunnen bijdragen aan een algemeen betere kennis van de officiële landstalen.

Een hele boterham om te slikken dus voor ons, journalisten in spé. Maar misschien is het wel een van de interessantste momenten ooit om journalist te worden. De journalistiek staat voor een van de meest belangrijke kantelpunten in de geschiedenis en wij kunnen binnenkort misschien ons steentje bijdragen aan die overgang. Onze rol als journalist zal hoe dan ook nuanceverschillen ondergaan in de toekomst, welke richting het werkveld ook heen draait. Waarschijnlijk verandert de rol van de journalist zelfs op fundamenteel vlak en zullen jonge nieuwsmakers een geheel nieuw takenpakket moeten aanleren.

Zolang journalisten zich trots journalisten, bewakers van de democratie, kunnen blijven noemen, zie ik de toekomst voor nieuwsmakers en -lezers vooral positief in.

Bronnen:

Een reactie plaatsen